Gelegen in Noord-Limburg!
Venray
Geniet van de vele mogelijkeheden
Natuur en recreatie
Natuur en recreatie
Venray biedt toeristen een combinatie van plattelandsrust met stadse levendigheid Fiets- en wandelliefhebbers kunnen er hun hart ophalen. De gemeente leent zich uitstekend voor lange fietstochten in een steeds wisselend decor van met bomen omzoomde lanen, uitgestrekte naald- en loofbossen en akkers met weilanden. Wandelaars en liefhebbers van de ‘natuur in het klein’ komen ook in buurtschappen en gebieden als Haag, Weverslo, Vlakwater, Klein Oirlo, De Paardekop, de Ballonzuilbossen en de Geysterse bossen aan hun trekken. Bekende fietsroutes zijn ‘n Reundje Um (46km) en de knooppuntenroute .
Ten oosten van Venray ligt de Maasvallei, ten westen en aan de zuidkant ligt het land dat in de loop van de tijd is ‘veroverd’ op de Peel. Vroeger was dit een uitgestrekt en slecht toegankelijk heide- en moerasgebied. Nu is het een van de mooiste natuurgebieden van Nederland. De meeste bossen zijn eigendom van de gemeente. Sinds 5 jaar beheert Stichting de Marke ze en deze samenwerking wordt de komende jaren voortgezet.
In de Ballonzuilbossen ligt een ‘coopertest’-baan van 1 en 2 km en een ATB route. De ATB route wordt uitgebreid naar de bossen rondom de Testrik en Vredepeel. Daarnaast zijn er een drietal wandelroutes.
Wie op een ander gebied actief wil zijn kan terecht in het Vlakwatergebied met het overdekte sportcentrum, golfslagbad ‘de Sprank’, een jeu de boulesbaan, een tennispark en een manege. Hier vindt u ook de regenboogroute (demonstratiebos).
Informatie over die route en de thema’s vindt u in de hal van het gemeentehuis. Het VVV-kantoor in Venray heeft meer informatie over uitgezette wandelingen en fietstochten.
Kunst en historie
De glorie van de St. Petrus Bandenkerk
Na de oorlog is uit summiere opgravingen gebleken dat het huidige kerkgebouw zeker het derde heiligdom is dat op deze plek is gebouwd. Na de verwoesting tijdens de oorlogsdagen van oktober 1944 is het geheel in de oorspronkelijke vorm en grootte herbouwd op kosten van het Rijk omdat het met inrichting en al op de monumentenlijst stond .
De oorspronkelijke bouwpastoor was de in Venray geboren Gysbert van der Gaet. In zeer korte tijd wist hij vanaf 1462 deze voor Venrayse begrippen reusachtige kerk te realiseren. Hij heeft dit gekund met behulp van o.a. een aflaatbrief die hij in 1462 had gekregen van zijn vriend Paus Pius II. In 1485 was de kerk al in het bezit van meer dan tien altaren, welk aantal later is uitgegroeid tot 16. De kerk is exact georiënteerd, dat wil zeggen: naar het oosten gericht, naar daar waar de zon opkomt. Chirstus had gezegd: “Ik ben het licht der wereld” . Het schitterend verlichte priesterkoor, waar het altaar staat en waar de gelovigen bij hun liturgische viering naar toe gericht zijn, is het symbool van de troon van God in de hemel.
De twaalf pilaren met een hoogte van 15 m dragen het gewelf. De hoogte van het gewelf van het middenschip is 24,50 m en dat van de zijbeuken 17,50 m . symboliseert de geweldige ruimte van het Hemels Jeruzalem, van de hemel. De lengte van het schip is ca. 60 m en de breedte 24.
Zeer interessant en enig in hun soort zijn de kraagsteentjes aan de noord- en zuid wanden van de zijbeuken, die de vorm hebben van gezichten van mensen met allerlei potsierlijke uitdrukkingen, ook wel fratsenkoppen genoemd. Zij symboliseren zowel de goede als de slechte mensen, die immers allen geroepen zijn om de Heer te dienen.
Het zuidelijk portaal is gebouwd in 1521 en heeft nog zijn origineel gewelf, waarboven een ruimte die bereikbaar is via een wenteltrap. Deze ruimte was oorspronkelijk bestemd als repetitielokaal voor het zangkoor. Momenteel is zij in gebruik als lopend archief. Het noordelijk portaal en de huidige sacristie dateren uit 1938. De doopkapel, de oorspronkelijke sacristie, is tegelijk gebouwd met het priesterkoor.De kerk werd bijna totaal verwoest in de oorlogsdagen van oktober 1944, toen Venray in de frontlijn lag tijdens de slag bij Overloon.
De toren werd door de Duitsers gebruikt als uitkijkpost, en wat de geallieerden met hun wekenlange luchtaanvallen niet lukte, presteerde een Duits “Sprengkommando” in enkele seconden tijd, toen de Duitsers zich moesten terugtrekken. Op 17 oktober, om 11 uur in de ochtend, vloog de toren de lucht in, de hele kerk met zich meesleurend.
De wederopbouw van het eerste gedeelte, vond direct na de oorlog plaats: kerk en sacristie werden op 25 december 19 48 weer in gebruik genomen. Voordat de toren herbouwd was stond op het kerkhof een klokkenstoel met daarin twee klokken: de zgn. Grote of Twaalf Apostelenklok ( 4132 kg ) en de Petrusklok ( 450 kg ).
Momenteel hangt er in de toren, naast vier gewone luidklokken, ook nog het carillon van de “Carillonstichting”, bestaande uit 47 klokken waarvan de eerste 12 door Rank Xerox geschonken zijn. Het carillon bestaat nu uit 50 klokken met een totaal gewicht van 14.259 kg . Onder de toren hangen boven de ingang tot de kerk een neogotische calvariegroep, afkomstig van het vooroorlogs hoogaltaar van Cuypers (ca. 1898) en drie barokke engeltjes, die afkomstig zijn van het oude orgel dat in 1802 uit Kalkar is overgenomen.
In de hoek onder de toren staat een barokke eikenhouten deur die vóór de verwoesting van de kerk deel uitmaakte van een tochtportaal bij de zuidingang. Boven de toreningang een reliëf van de hand van J. van Rhijn waarin o.a. het verhaal van de bevrijding van St. Petrus door een engel uit de gevangenis te Jerusalem is uitgebeeld en andere verhalen over St. Petrus volgens de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine. Onze kerk staat immers onder bescherming van St.-Petrus’ Banden.